Gisteren is er op de voorpagina van de Leeuwarder Courant (11 oktober 2010) een stuk gepubliceerd door de heer De Jong. We willen u de reactie van de voorzitter van de Raad van Commissarissen van SC Cambuur niet onthouden. Hieronder de reactie:

Geachte heer De Jong,

Vandaag vielen mij twee redactionele stukjes op de voorpagina van uw krant op.

In het ene stukje worden lezers uitgenodigd om met de redactie over de krant van gedachten te wisselen, het tweede, van uw hand, gaat over Cambuur.

Helaas moet ik vaststellen dat u uw bijdrage hebt gebaseerd op aperte onjuistheden. Zo wordt gesteld, dat Cambuur in 2006 nog financiele middelen van de gemeente ontving. Niets is minder waar. De surseance van betaling en de herstart van Cambuur zijn voor de volle 100 procent gefinancierd door particulieren, die Cambuur een warm hart toedragen. Ook in de jaren daarna is van enige gemeentelijke financiele bijdrage geen sprake geweest. Voorzover mij bekend, heeft de gemeente medio jaren negentig een bedrag ter beschikking gesteld voor de verbouw van het stadion, dat in een deplorabele staat verkeerde. In mijn opinie ging het om een afkoop van de zorg voor het stadion, dat toen vervolgens in eigendom is overgedragen aan Cambuur. Dat was het voorwat de bijdragen van de gemeente betreft dan ook.

U wekt in uw bijdrage de valse schijn, dat Cambuur financieel op de gemeente leunt, maar nogmaals, daarvan is geen sprake. Ook nu wordt niet om geld in de vorm van een subsidie gevraagd maar om een tijdelijke overbruggingslening, die netjes kan worden afgelost en waarop een commerciële rente wordt betaald. Het gaat om liquiditeit, niet om vermogen.

Verder tracht u de opvatting ingang te doen vinden, dat Cambuur van het woordje als afhankelijk is. Indien u zich verdiept in de gang van zaken bij andere bvo’s die een nieuw stadion hebben gerealiseerd, zou u vaststellen dat een nieuw stadion een forse vooruitgang voor die clubs heeft betekend. Waarom zou dat in Leeuwarden anders zijn?

Ik vind het buitengewoon vervelend, dat u uw lezers tracteert op feitelijke onjuistheden en daarmee een sfeer creeert, die er niet zou moeten zijn.

Beschouwt u mijn reactie maar als het aanvaarden van de uitnodiging met de redactie in gesprek te gaan.

Met vriendelijke groet,

Wim Sleijfer